Breuken vermenigvuldigen

Breuken vermenigvuldigen / delen


       
Gemengde getallen vermenigvuldigen / delen

      

Hier zijn enkele voorbeeldtaken voor het vermenigvuldigen van breuken.

Eerst een eenvoudig voorbeeld: 3/4*2/5.
U vermenigvuldigt eenvoudig de teller met de teller en de noemer met de noemer. Dan krijg je:
3/4*2/5 = 6/20
En dat is in te vereenvoudigen tot: 6/20 = 3/10.

Ook belangrijk, onthoud: als je breuken vermenigvuldigt, vermenigvuldig je de tellers en de noemers. Met plus en min laat je echter de noemers hetzelfde (na ze op dezelfde noemer te hebben gezet). Haal dit dus niet door elkaar!

Volgend voorbeeld: 2/7*3/7
Hoewel de noemers hetzelfde zijn, moet u teller met teller en noemer met noemer vermenigvuldigen. Dat betekent:
2/7*3/7 = 6/49.

Een ander voorbeeld: 9/28*35/81
In dit geval zou men moeten rekenen met vrij grote getallen. U kunt dit voorkomen door kruislings te vereenvoudigen: u kunt 9 en 81 delen door 9.
9/28*35/81 = 1/28*35/9.
En nu zie je dat je de 28 en de 35 zowel door 7 kunt delen, dus je deelt ze door 7:
1/28*35/9 = 1/4*5/9 = 5/36.
Hoewel de taak er aanvankelijk nog al ingewikkeld uitzag, was een eenvoudige tafel van vermenigvuldiging achteraf voldoende.

Heel belangrijk: Deze 'kruislings vereenvoudigen' truc werkt alleen bij vermenigvuldigen! Bij een plus- of min-taak is dit nooit van toepassing.

Nog een voorbeeld met delen:
2/5:4/25
Als je deelt door een breuk, moet je met het omgekeerde vermenigvuldigen. Dus:
2/5:4/25 = 2/5*25/4
En nu kunt u kruislings vereenvoudigen:
2/5*25/4 = 2/1*5/4 = 1/1*5/2 = 5/2
Overigens is 5/2 hetzelfde als 2.5.

Als je voorbeelden wilt zien, vul ze dan hierboven in. Mathepower berekent het direct en gratis voor je.